"Een nieuw begin"

 27 november 2011, Br. J. Brouwer

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
De mens is schuldig bij God. De mens zelf kan de prijs niet betalen. Nicodemus (‘wij kunnen het maken’) wilde graag met de Here Jezus Christus spreken. De Here Jezus Christus kende het hart van Nicodemus en reageerde niet op de woorden, maar op de gedachten van Nicodemus. De Here Jezus Christus wilde graag dat Nicodemus een nieuw begin ging maken. Zijn kennis en zijn positie en zijn daden konden hem niet redden. Wedergeboren is letterlijk ‘van boven geboren’ of ‘uit God geboren’. Van boven of vanaf het begin zoals het voorhangsel scheurde van boven naar beneden, waardoor de toegang tot Gods troon open lag. Wij hebben ontvangen wat wij niet hadden verdiend (en hebben niet ontvangen wat we wel hadden verdiend). De Here Jezus Christus kwam Zelf van boven. God heeft de regie in Zijn handen. Wij mogen volkomen vertrouwen op Zijn leiding in ons leven. We mogen met vast vertrouwen Hem navolgen. God verandert nooit. Hij blijft altijd Dezelfde. Daarom mogen we altijd alles van Hem verwachten (gaven die van boven komen). Er is wijsheid die van boven komt. Die wijsheid is rein, vol vrede, vriendelijk, gezeglijk, vol van ontferming, vol van ontferming, vol van goede vruchten, onpartijdig, ongeveinsd: dat is Jezus Christus. In Gods Woord kunnen we Gods wijsheid vinden. De Here Jezus Christus heeft volmaakt geleefd voor mij. Hij heeft al onze ongerechtigheden gebracht aan het kruis. Hij is opgestaan in kracht en leeft in ons!


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Johannes 3:1-21
1 En er was een mens uit de Farizeen, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden; 2 Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is. 3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. 4 Nicodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, nu oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan, en geboren worden? 5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. 6 Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest. 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden. 8 De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is. 9 Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kunnen deze dingen geschieden? 10 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij een leraar van Israel, en weet gij deze dingen niet? 11 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan. 12 Indien Ik ulieden de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven, indien Ik ulieden de hemelse zou zeggen? 13 En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in den hemel is. 14 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; 15 Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. 16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. 17 Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. 18 Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God. 19 En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. 20 Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. 21 Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn. 



Deze spreker:
Br. J. Brouwer

Zoek op trefwoord:
Nicodemus
Nieuw begin
Schuld