"Wilde ezel"
27 september 2015, Br. J. Heijdeman
Beschrijving
Ismaël wordt vergeleken met een wilde ezel: hij schopt of hij wordt geschopt. Een ezel is koppig en eigenwijs. In hoeverre lijken wij op een ezel? Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen. Een ezel is vaker slimmer dan een mens. We kennen Gods Woord, maar wij hebben vaak allerlei redenen om niet te handelen naar Gods inzicht. Wij willen niet dienen, maar wij willen gediend worden door God. Mensen zoeken bewust de zonden op. Een ezel mag niet geofferd worden aan God. Een mens is van nature onrein. Een mens kan zichzelf niet als offer geven.
Elk eerstgeboren ezel moest worden vrijgekocht door een lam; net als een eerstgeboren zoon. Het Lam van God is onze plaats (in plaats van ezels) gestorven. We kunnen kiezen: sterven of vrijgekocht worden door het Lam. Als we vrijgekocht zijn, dan mogen we Hem dienen; dan morgen we Zijn juk dragen.
In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)
Genesis 16:11-12
11 Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en gij zult zijn naam Ismael noemen, omdat de HEERE uw verdrukking aangehoord heeft.
12 En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen.
Jeremia 2:20
20 Als Ik van ouds uw juk verbroken, en uw banden verscheurd had, zo zeidet gij: Ik zal niet dienen; maar op allen hogen heuvel en onder allen groenen boom loopt gij om, hoererende.
Jeremia 2:24
24 Zij is een woudezelin, gewend in de woestijn, naar den lust harer ziel schept zij den wind, wie zou haar ontmoeting afkeren? Allen, die haar zoeken, zullen niet moede worden, in haar maand zullen zij haar vinden.
Jeremia 22:19
19 Met een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; men zal hem slepen en daarhenen werpen, verre weg van de poorten van Jeruzalem.
Exodus 13:11-13
11 Het zal ook geschieden, wanneer u de HEERE in het land der Kanaanieten zal gebracht hebben, gelijk Hij u en uw vaderen gezworen heeft, en Hij het u zal gegeven hebben;
12 Zo zult gij tot den HEERE doen overgaan alles, wat de baarmoeder opent; ook alles, wat de baarmoeder opent van de vrucht der beesten, die gij hebben zult; de mannetjes zullen des HEEREN zijn.
13 Doch al wat de baarmoeder der ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij het nu niet lost, zo zult gij het den nek breken; maar alle eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen.