"Deze Jezus"
17 mei 2015, Br. B. van Twillert
Beschrijving
De eerste keer sprak een engel tegen de discipelen (gelovigen) over ‘deze Jezus’. De tweede keer sprak Petrus tegen de Israëlieten ( ongelovigen) over ‘deze Jezus’.
We leven in een tijd waarin veel profetieën vervuld worden. We weten dat onze verlossing nabij is. De discipelen bleven naar de hemel staren bij de opname van de Here Jezus Christus. Zij verwachtten hun verlossing. Het was een intieme gebeurtenis. De Here Jezus zal op dezelfde wijze terugkomen voor de gelovigen.
Petrus sprak over ‘deze Jezus die gij gekruisigd hebt’. De Here Jezus zal voor Israel terugkomen als gekruisigde. Hij zal dan komen met grote macht en majesteit. De oordelen in het boek Openbaring zullen dan plaatsvinden. Maar voor ons geldt de opname in Zijn huisgezin, Zijn heerlijkheid. Zijn opname betekent ook onze opname. Zijn verschijning zal zijn tot ons heil, onze verlossing.
Toen Peterus sprak over ‘deze Jezus’ ging het over de terugkomst van de Here Jezus Christus als hersteller van het koninkrijk Israel. Hij zal weer Koning zijn. De joden zijn het uitverkoren volk van God, daarom neemt het antisemitisme nu weer toe.
Kijken wij nog omhoog naar de hemel om de Here Jezus Christus te verwachten? Hij wil ons opnemen in Zijn huis want Hij heeft ons lief.
In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)
Handelingen 1:4-11
4 En als Hij met hen vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt.
5 Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
6 Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israel het Koninkrijk wederoprichten?
7 En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft;
8 Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.
9 En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen.
10 En alzo zij hun ogen naar den hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding;
11 Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.
Handelingen 2:36
36 Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt.
Psalmen 89:1-4
1 Een onderwijzing van Ethan, den Ezrahiet. (89:2) Ik zal de goedertierenheid des HEEREN eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekend maken, van geslacht tot geslacht.
2 (89:3) Want ik heb gezegd: Uw goedertierenheid zal eeuwiglijk gebouwd worden; in de hemelen zelve hebt Gij Uw waarheid bevestigd, zeggende:
3 (89:4) Ik heb een verbond gemaakt met Mijn uitverkorene; Ik heb Mijn knecht David gezworen:
4 (89:5) Ik zal uw zaad tot in eeuwigheid bevestigen, en uw troon opbouwen van geslacht tot geslacht. Sela.
Psalmen 89:20-39
20 (89:21) Ik heb David, Mijn knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;
21 (89:22) Met welken Mijn hand vast blijven zal; ook zal hem Mijn arm versterken.
22 (89:23) De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken.
23 (89:24) Maar Ik zal zijn wederpartijders verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen.
24 (89:25) En Mijn getrouwheid en Mijn goedertierenheid zullen met hem zijn; en zijn hoorn zal in Mijn Naam verhoogd worden.
25 (89:26) En Ik zal zijn hand in de zee zetten, en zijn rechterhand in de rivieren.
26 (89:27) Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils!
27 (89:28) Ook zal Ik hem ten eerstgeborenen zoon stellen, ten hoogste over de koningen der aarde.
28 (89:29) Ik zal hem Mijn goedertierenheid in eeuwigheid houden, en Mijn verbond zal hem vast blijven.
29 (89:30) En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid zetten, en zijn troon als de dagen der hemelen.
30 (89:31) Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen;
31 (89:32) Indien zij Mijn inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden;
32 (89:33) Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen.
33 (89:34) Maar Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid niet feilen.
34 (89:35) Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, en hetgeen uit Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen.
35 (89:36) Ik heb eens gezworen bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege!
36 (89:37) Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon.
37 (89:38) Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela.
38 (89:39) Maar Gij hebt hem verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen geworden tegen Uw gezalfde.
39 (89:40) Gij hebt het verbond Uws knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon ontheiligd tegen de aarde.
Psalmen 89:47-53
47 (89:48) Gedenk van hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller mensenkinderen tevergeefs geschapen hebben?
48 (89:49) Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela.
49 (89:50) HEERE! waar zijn Uw vorige goedertierenheden, die Gij David gezworen hebt bij Uw trouw?
50 (89:51) Gedenk, HEERE! aan den smaad Uwer knechten, dien ik in mijn boezem draag, van alle grote volken.
51 (89:52) Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij de voetstappen Uws gezalfden smaden.
52 (89:53) Geloofd zij de HEERE in eeuwigheid! Amen, ja, amen.