"Geloof alleen"

 14 september 2014, Br. M. Ezinga

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
Paulus had een bewogen hart voor zijn eigen volk Israël. Paulus ging altijd eerst naar de synagoge en daarna naar de heidenen. Paulus had verdriet omdat Israël blind was voor de Here Jezus Christus. Er is een belofte over de bekering van Israël, maar zover is het nog niet. Paulus had zijn eeuwig leven ervoor over om Israël te redden! Daarin is hij een beeld van Christus. Hoever gaat onze liefde voor Israël en voor onze medemens? Israël heeft acht voorrechten op de andere volken. God heeft Israël een bijzonder positie gegeven. God sluit met Israël allerlei verbonden. Wij mogen deel hebben aan geestelijke zegeningen van de verbonden. De Israëlieten hebben niet automatisch toegang tot Gods zegeningen. Niet door de afstamming maar door geloof zijn de Israëlieten kinderen van Abraham. Ook goede werken geven geen recht op de toegang tot de beloften. Ook wij kunnen niet gered worden door goede werken, maar door geloof alleen.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Romeinen 9:1-13
1 Ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet (mijn geweten mij mede getuigenis gevende door den Heiligen Geest), 2 Dat het mij een grote droefheid, en mijn hart een gedurige smart is. 3 Want ik zou zelf wel wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broederen, die mijn maagschap zijn naar het vlees; 4 Welke Israelieten zijn, welker is de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst van God, en de beloftenissen; 5 Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen. 6 Doch ik zeg dit niet, alsof het woord Gods ware uitgevallen; want die zijn niet allen Israel, die uit Israel zijn. 7 Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaak zal u het zaad genoemd worden. 8 Dat is, niet de kinderen des vleses, die zijn kinderen Gods; maar de kinderen der beloftenis worden voor het zaad gerekend. 9 Want dit is het woord der beloftenis: Omtrent dezen tijd zal Ik komen, en Sara zal een zoon hebben. 10 En niet alleenlijk deze, maar ook Rebekka is daarvan een bewijs, als zij uit een bevrucht was, namelijk Izaak, onzen vader. 11 Want als de kinderen nog niet geboren waren, noch iets goeds of kwaads gedaan hadden, opdat het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is, vast bleve, niet uit de werken, maar uit den Roepende; 12 Zo werd tot haar gezegd: De meerdere zal den mindere dienen. 13 Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat. 



Deze spreker:
Br. M. Ezinga

Zoek op trefwoord:
Paulus
Israel
Geloof