"De hemelvaart"

 29 mei 2014, Br. C. van Aalsburg

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
Lucas schreef het boek Handelingen aan Theofilus (hen, die God liefhebben). Lucas heeft als arts alles nauwkeurig onderzocht. Het gaat om Gods koninkrijk in ons leven. De discipelen hadden de belofte ontvangen dat ze gedoopt zouden worden met de Heilige Geest. De Here Jezus zal nog komen als Koning, maar we weten nog niet wanneer Hij komt. We weten wel dat wij de kracht van de Heilige Geest mogen ervaren. Zijn wij getuigen in onze omgeving? We mogen eenvoudig vasthouden aan Gods Woord. De Here Jezus Christus werd opgenomen (in een oogwenk). Wij kunnen het niet beredeneren met ons verstand, maar God is zo groot. We mogen het geloven en weten dat die grote God in ons hart woont. We mogen hem elke dag weer verwachten want Hij komt zoals Hij is opgevaren. Tot die dag mogen we Hem eensgezind aanbidden.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Handelingen 1:1-14
1 Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, van al hetgeen Jezus begonnen heeft beide te doen en te leren; 2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven. 3 Aan welke Hij ook, nadat Hij geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan. 4 En als Hij met hen vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt. 5 Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. 6 Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israel het Koninkrijk wederoprichten? 7 En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft; 8 Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. 9 En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen. 10 En alzo zij hun ogen naar den hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding; 11 Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren. 12 Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijf berg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize. 13 En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeus en Mattheus, Jakobus, de zoon van Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, de broeder van Jakobus. 14 Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen.