Beschrijving
We kunnen ontmoedigd zijn, terwijl wij denken te werken voor de Here. Zerubbabel wilde graag de tempel voor de Here herbouwen, maar de bouwers werden ontmoedigd en de bouw kwam stil te liggen voor vijftien jaar. Vervolgens stelde het volk het leiderschap van Zerubbabel ter discussie. God antwoordde door een visioen aan Zacharia om Zerubbabel te bemoedigen. Zacharia zag een kandelaar, waarvan de olie werd aangevuld door twee olijfbomen zonder dat er mensenhanden nodig waren. Het werk van de Here kunnen wij niet in eigen kracht, niet in eigen wijsheid, maar alleen door Gods Geest uitvoeren. Olie is het symbool van de Heilige Geest. Wij zijn compleet afhankelijk van God: lichamelijk, maar ook geestelijk. Er zijn bergen (moeilijkheden, tegenstanders) in ons leven, maar bergen zullen vlak worden door de Geest van God. God zal erop toezien. God gebruikt talenten van mensen, maar Gods werk is niet afhankelijk van mensen. God gebruikt mensen die zich volkomen aan Hem hebben overgegeven. Zonder God, de Heilige Geest, kunnen wij niets doen wat eeuwigheidswaarde heeft. Wij zijn Gods gezalfden en Christus is de Gezalfde. Hij is Priester en Koning. Hij heeft ons de Heilige Geest gegeven.
In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)
Zacharia 4:1-14
1 En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt.
2 En Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar, en een oliekruikje boven deszelfs hoofd, en zijn zeven lampen daarop; die lampen hadden zeven en zeven pijpen, dewelke boven zijn hoofd waren;
3 En twee olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een tot deszelfs linkerzijde.
4 En ik antwoordde, en zeide tot den Engel, Die met mij sprak, zeggende: Mijn Heere! wat zijn deze dingen?
5 Toen antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide tot mij: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En ik zeide: Neen, mijn Heere!
6 Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen.
7 Wie zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel zult gij worden tot een vlak veld; want hij zal den hoofdsteen voortbrengen met toeroepingen: Genade, genade zij denzelven!
8 Het woord des HEEREN geschiedde verder tot mij, zeggende:
9 De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voleinden; opdat gij weet, dat de HEERE der heirscharen mij tot ulieden gezonden heeft.
10 Want wie veracht den dag der kleine dingen? daar zich toch die zeven verblijden zullen, als zij het tinnen gewicht zullen zien in de hand van Zerubbabel; dat zijn de ogen des HEEREN, die het ganse land doortrekken.
11 Verder antwoordde ik, en zeide tot Hem: Wat zijn die twee olijfbomen, ter rechterzijde des kandelaars, en aan zijn linkerzijde?
12 En andermaal antwoordende, zo zeide ik tot Hem: Wat zijn die twee takjes der olijfbomen, welke in de twee gouden kruiken zijn, die goud van zich gieten?
13 En Hij sprak tot mij, zeggende: Weet gij niet, wat deze zijn? En ik zeide: Neen, mijn Heere!
14 Toen zeide Hij: Deze zijn de twee olietakken, welke voor den Heere der ganse aarde staan.