Beschrijving
In het begin van het leven van Mozes speelden drie vrouwen een belangrijke rol; zijn moeder (liefde), zijn zus (liefde) en de dochter van Farao (medelijden). Door het geloof heeft zijn moeder Mozes verborgen, met gevaar voor het hele gezin. Uiteindelijk moest Mozes in zijn ‘arkje’ in de Nijl worden gezet. God leidde de situatie. Hij zorgde voor Mozes, zoals God Noach redde. Mozes werd gevoed met de God van Abraham. Vervolgens werd hij opgevoed in de Egyptische godsdienst door occulte priesters. Mozes bleef zich bewust van zijn eigen volk. Mozes gaf zijn rijkdom prijs en koos voor zijn eigen volk. Die keuze betekende delen in het onrecht, maar ook delen in de beloften. Mozes was een beeld van de Here Jezus die de hemelse rijdom heeft opgegeven om door voor ons te kiezen. Hij zal ons leiden uit deze wereld naar het hemels vaderhuis. Als wij kiezen voor de Here Jezus, dan delen we in het onrecht, maar straks mogen we delen in Zijn heerlijkheid.
In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)
Exodus 2:1-10
1 En een man van het huis van Levi ging, en nam een dochter van Levi.
2 En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon. Toen zij hem zag, dat hij schoon was, zo verborg zij hem drie maanden.
3 Doch als zij hem niet langer verbergen kon, zo nam zij voor hem een kistje van biezen, en belijmde het met lijm en met pek; en zij leide het knechtje daarin, en leide het in de biezen, aan den oever der rivier.
4 En zijn zuster stelde zich van verre, om te weten, wat hem gedaan zou worden.
5 En de dochter van Farao ging af, om zich te wassen in de rivier; en haar jonkvrouwen wandelden aan den kant der rivier; toen zij het kistje in het midden van de biezen zag, zo zond zij haar dienstmaagd heen, en liet het halen.
6 Toen zij het open deed, zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van de knechtjes der Hebreen!
7 Toen zeide zijn zuster tot Farao's dochter: Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen, die dat knechtje voor u zoge?
8 En de dochter van Farao zeide tot haar: Ga heen. En de jonge maagd ging, en riep des knechtjes moeder.
9 Toen zeide Farao's dochter tot haar: Neem dit knechtje heen, en zoog het mij; ik zal u uw loon geven. En de vrouw nam het knechtje en zoogde het.
10 En toen het knechtje groot geworden was, zo bracht zij het tot Farao's dochter, en het werd haar ten zoon; en zij noemde zijn naam Mozes, en zeide: Want ik heb hem uit het water getogen.
Hebreeen 11:23-29
23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet.
24 Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden;
25 Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben;
26 Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons.
27 Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke.
28 Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds, opdat de verderver der eerstgeborenen hen niet raken zou.
29 Door het geloof zijn zij de Rode zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars, ook verzoekende, zijn verdronken.